
Sociale netwerken: moet dat nou?
Wie het nieuws uit de branche een beetje bijhoudt, krijgt het gevoel dat een moderne IT-organisatie niet compleet is zonder Twitter, Facebook en LinkedIn. Sterker: bedrijven die dit soort sociale netwerken niet in hun bedrijfsvoering weten te integreren, worden inmiddels al bij voorbaat doodverklaard.
Wie het nieuws uit de branche een beetje bijhoudt, krijgt het gevoel dat een moderne IT-organisatie niet compleet is zonder Twitter, Facebook en LinkedIn. Sterker: bedrijven die dit soort sociale netwerken niet in hun bedrijfsvoering weten te integreren, worden inmiddels al bij voorbaat doodverklaard.

Sociale netwerken: moet dat nou?
Wie het nieuws uit de branche een beetje bijhoudt, krijgt het gevoel dat een moderne IT-organisatie niet compleet is zonder Twitter, Facebook en LinkedIn. Sterker: bedrijven die dit soort sociale netwerken niet in hun bedrijfsvoering weten te integreren, worden inmiddels al bij voorbaat doodverklaard.
Het is geen wonder dat zo langzamerhand ook een tegenbeweging opstaat. Ik citeer een bezoeker van CIO.nl: “Hoe het niet gebruiken [van Hyves, LinkedIn en Facebook] door bedrijven kan zorgen voor het instorten van diezelfde bedrijven is mij een raadsel.” En inderdaad lijkt dat wat overdreven, als je oppervlakkig kijkt naar wat dergelijke netwerken op dit moment opleveren. Het idee dat het delen van de laatste stand van zaken achter de geraniums essentieel zou zijn voor de bedrijfsvoering, gaat er ook bij mij niet in, en dat een bedrijf er beter van wordt als medewerkers hun Hyves-pagina optuigen met vrolijke achtergronden en een verzameling van 628 irrelevante vrienden, is ook moeilijk uit te leggen.
Het probleem is dat we het in alle eerlijkheid nog vooral over de potentie van dergelijke netwerken hebben. In theorie draait het bij sociale netwerken, en het belang ervan voor de business, om samenwerking: het delen van kennis en informatie, razendsnel en dwars door alle bedrijfs-, branche- en zelfs landsgrenzen heen. Een sociaal netwerk heeft in die zin de extra betekenis van een neuraal netwerk waarin kennisverwerking accelereert, waardoor in ongekend tempo nieuwe inzichten kunnen ontstaan. Als dat waar is, lijkt het in elk geval evident dat een bedrijf dat uit die loop gehouden wordt, een kennisachterstand dreigt op te lopen.
Toch is daar nog wel het een en ander op af te dingen. Los van het inherente gevaar van dergelijke razendsnel verspreidende informatie (wat blijft er over van bedrijfsgeheimen, of van concurrentieposities – wie durft nog te innoveren als dergelijke grenzen vervagen?), is het lang niet altijd voordelig, laat staan essentieel, om altijd maar op de eerste golf het strand op te surfen.
Jan Romein beschreef begin vorige eeuw al de wet van de remmende voorsprong. Romein constateerde dat partijen (landen, ondernemingen) die zich in de voorhoede van technologische innovatie bevinden, na verloop van tijd automatisch ingehaald lijken te worden door de achterhoede, zoals een golf na verloop van tijd onvermijdelijk breekt op het strand en overspoeld wordt door een volgende. Een typerend voorbeeld was destijds Engeland en de Industriële Revolutie. Dat land liep in de beginperiode voorop in de nieuwste industriële ontwikkelingen: stoommachines, staalconstructies, metrostelsels – geen land was zo ver als Groot Brittannië. Maar na verloop van tijd, toen de eerste verbeteringen werden doorgevoerd, de staalsoorten sterker werden, de beperkingen in kaart waren gebracht en de standaarden werden gezet, bleek dat Engeland die voorsprong onmogelijk kon volhouden. De rol van innovator werd overgenomen door andere landen (de VS met name), en tot op de dag van vandaag treffen we in Engeland de resten aan van die glorieuze tijd, die inmiddels van lust tot last zijn geworden (denk aan het verouderde spoorwegstelsel).
Wie denkt dat dit archaïsche geschiedsprookjes zijn die niets te maken hebben met moderne bedrijfsvoering, moet eens in Japan gaan praten, waar een hele industrie is opgebouwd rond het principe rustig af te wachten tot een techniek elders in de wereld is uitgekristalliseerd, om er vervolgens keihard overheen te gaan met een product waarin alle best practices zijn verenigd, and then some.
Waar ik naartoe wil, is het volgende: dat sociale netwerken een heel duidelijke theoretische waarde hebben, mag duidelijk zijn, maar op dit moment zijn er ook heel reëele gevaren. Wat precies de implicaties gaan zijn van de nieuwe technologieën, en vooral hoe die goed en efficiënt gebruikt moeten worden, is nog niet duidelijk. Ik begrijp het enthousiasme van de Web 2.0-evangelisten heel goed, want ik zie de door hen geschetste toekomst, maar ik zie ook dat we die toekomst met vallen en opstaan gaan bereiken. De vraag is niet wie bereid is mee te doen. De vraag is wie bereid is te vallen, zodat anderen kunnen opstaan om er met de winst vandoor te gaan.
Bedenk vooral wie zo graag zouden zien dat u nu zo snel mogelijk in het diepe springt – dat zijn de mensen aan de kant, de toeschouwers van de onderzoeksbureaus, de visionairs, analisten en experts die in gedachten al vele stappen verder zijn en niet kunnen wachten totdat u hun droom bewaarheid maakt. En ik koester die droom net zo goed: de ontwikkeling van het web en de mogelijkheden die het biedt voor informatie-uitwisseling gaan op termijn onvermijdelijk leiden tot een vorm van verlichting die wellicht nog beste vergelijkbaar is met de golf die destijds door de boekdrukkunst is ingezet. Maar we zijn nog maar net begonnen.
Ondertussen zou ik me als onderneming niet tegen de stroom verzetten. Geef uw organisatie vooral de vrijheid te experimenteren, en leer van die ervaring, maar laat u niet gek maken: wat we nu zien van Web 2.0 is niet het eindstation, en de werkelijke meerwaarde kan nog heel goed een heel andere vorm aannemen dan we nu proberen te voorspellen. Enkele jaren geleden zou niemand een concept als Twitter enige levensvatbaarheid hebben toegedicht (net zoals niemand destijds verwacht had dat SMS zo’n succes zou worden). Dus laat u meevoeren, geef uw ogen en oren de kost en zorg dat u uzelf positioneert voor de grote golf. Als dan de ware pioniers straks op het strand te pletter zijn geslagen, of u juichend op het zand staan op te wachten terwijl het water uit hun zakken loopt, dàn is het uw beurt. Erop en erover.
Volkert Deen is Adjunct-Hoofdredacteur bij CIO.nl en Infoworld.nl
Reageer
Preview