
Serverless: de toekomst van cloud computing?
The New York Times verkent het onbegane pad met Google.
Serverless is er nu enige jaren, maar erg getest is het nog niet. Nu gaan steeds meer grote merken, zoals The New York Times, de weg banen voor anderen. Is serverless de toekomst van de cloud?

Serverless: de toekomst van cloud computing?
Serverless is er nu enige jaren, maar erg getest is het nog niet. Nu gaan steeds meer grote merken, zoals The New York Times, de weg banen voor anderen. Is serverless de toekomst van de cloud?
De cloud heeft voor veel bedrijven tot voordelen geleid, CIO's in staat gesteld eigen servers of zelfs hele datacenters uit te faseren. CIO's huren rekenkracht, opslag en andere tools van een mix van aanbieders in een snel groeiende markt. Maar een klein contingent aan IT-leiders kijkt naar nog efficiëntere wegen in het huren van rekenkracht. In plaats van het ontwerpen en managen van cloudarchitectuur gaan ze 'serverless'.
Met serverless computing heb je niet langer te maken met instances in de cloud die nutteloos zijn totdat er door applicaties en andere functies een beroep op ze wordt gedaan. In plaats daarvan worden resources toegewezen op het moment dat er een event is. Voorbeeld van event-based computing is is het Internet of Things, met sensoren die on the fly reageren op bepaalde events. En als een gebruiker een mobiele app op zijn of haar smartphone opent (een event) dan ontvangen en leveren virtuele machines in de cloud de informatie.
CTO Nick Rockwell van de New York Times is ervan overtuigd dat serverless, ook wel bekend als Function as a Services (FaaS) de volgende stap is in de cloudontwikkeling, waarin ontwikkelaars de focus kunnen leggen op het schrijven van code in plaats van zich druk te maken over de servers waarop het moet draaien. "Serverless zorgt dat producten betrouwbaar en schaalbaar zijn", zegt Rockwell. "Op de langere termijn is het een stuk beter, goedkoper en efficiënter."
Dat is een optimistische en vooral ook ver vooruitziende visie, aangezien Rockwell zelf de Times nog aan het migreren is naar traditionele clouddiensten. Toen Rockwell bij de Times aan de slag ging in 2015 kwam hij een infrastructuur tegen die verbonden was met de Virtual Private Cloud van AWS. En het had geen content delivery network (CDN) om de content aan de 'edge' op te slaan, zo dicht mogelijk bij de apparaten van consumenten.
Tegenwoordig is de Times voornamelijk verdeeld tussen twee clouds: AWS draait het meeste van de bedrijfsapplicaties en het e-commerceplatform van de Times, terwijl Google Cloud Platform (GCP) de meeste applicaties draait die gericht zijn op consumenten, waaronder NYTimes.com, de mobiele app van de Times en het kruiswoordpuzzel van de Times. Het bedrijf heeft tevens een cloud-CDN via Fastly, dat ervoor zorgt dat consumenten toegang blijven houden tot de websites en apps van de Times door een geüpdatete kopie van die diensten te draaien, uit voorzorg voor eventuele systeemuitval.
De cloudmigraties helpen, maar het managen ervan blijft een klus. De infrastructuurteams van Rockwell moeten nog steeds uitzoeken hoe veel instances binnen AWS en GCP er nodig zijn, hoe groot deze instances moeten zijn en of de instances nog extra inputs, outputs of geheugen nodig hebben. Vervolgens moeten ze elke instance configureren, en software patchen en installeren op de besturingssystemen. Daarnaast moeten ze zorgvuldig de afhankelijkheden managen van elke applicatie, en uitzoeken hoe elk deel van een app schaalt.
Daarom heeft Rockwell zoveel interesse in serverless, dat het probleem oplost van instances die niet gebruikt worden. Immers, als een beschreven event zich voordoet zal code worden aangesproken die specifiek is geschreven om een functie uit te voeren, en het serverless platform voert die taak dan uit. Klanten hoeven de cloudleverancier niet te vertellen hoe vaak die functies zullen worden aangesproken en ze betalen minimale bedragen voor elke keer dat die functie wordt uitgevoerd.
De verspilling die instances opleveren die niets te doen hebben, maakt dat serverless potentieel vijf tot tien maal efficiëntiewinst kan opleveren, zegt Rockwell. "En gezien de zware concurrentiedynamiek komt een hoop van die besparingen ten goede aan de gebruikers."
Of serverless de Next Big Thing wordt in IT blijft nog te bezien. Gartner zegt dat meer dan 90 procent van serverless deployments juist buiten de teams van de IT-afdeling zullen plaatsvinden. En leveranciers zoeken nog naar het benutten van de kansen ervan, niet alleen bij de New York Times, maar ook bij General Electric, waar CTO Chris Drumgoole ook als zijn enthousiasme voor dit model heeft geventileerd.
AWS kwam met AWS Lamba als zijn eerste commerciële serverless platform in 2014. Vergelijkbare diensten van Microsoft en Google zou de concurrentie aanwakkeren, waardoor er meer keuze voor klanten ontstaat. Rockwell draait tegenwoordig het kruiswoordpuzzel van de Times en enkele andere apps serverloos op Googles App Engine, en hij is van plan later in de tijd meer apps daarin op te nemen.
Rockwell legt zich nog niet vast aan een platform, maar hij heeft een voorkeur voor de engineeringkracht van Google, gecombineerd met diens mogelijkheden in containermanagement en PaaS-producten.
De meeste cloudplatformen maken software agnostisch, waardoor ontwikkelaars beslissingen kunnen maken in hoe op een juiste manier ontwerpen te maken en problemen op te lossen. Maar de benadering van Google is eigenzinnig, zeker in het kiezen van ontwerpopties in de architectuur, zoals programmeertalen, en houdt daar koppig aan vast. Meer nog dan dat probeert het een ecosysteem te bouwen van eigenzinnige producten die ontworpen zijn om samen te werken, zegt Rockwell. Hoewel meer keuzemogelijkheden in de regel de voorkeur hebben van ontwikkelaars, helpt minder keuzes juist in het minimaliseren van de kosten die komen bij de planning, ontwerp en bouw van een architectuur.
"Google heeft op het moment het beste verhaal in serverless", zegt Rockwell. "We hebben wel veel nieuwe en ongeteste zaken moeten uitproberen met Google, maar tot nu toe is dat prima gegaan."
Reageer
Preview